CFO Top: ‘Als je waarde levert, volgt de winst vanzelf’

Tijdens de derde editie van de CFO Top gingen tientallen financieel bestuurders in gesprek over grote onderwerpen onder het thema In the line of fire. ‘Klanten gaan heel anders denken. Jullie moeten daarin mee.’

Terwijl Koning Winter buiten op de deur klopte, was er in het voormalige Amersfoortse klooster Mariënhof een warm weerzien voor veel CFO’s. De Nederlandse infrastructuur bleek bestand tegen een paar vlokken natte sneeuw en zodoende was iedereen op tijd voor de koffie. Daar ging het – naast de kou – over zakelijke onderwerpen die de aanwezigen bezighouden.

Na de officiële opening mocht ondernemer Eric Bartels, net voor de dotcomcrisis bekend van het bedrijf Magic Minds en de documentaire It’s Magic Time, vertellen over ondernemerstypes. ‘CFO’s zijn mijn favoriete publiek. Die vertelden mij altijd wat ik niet mocht.’ Bartels vertelt hoe hij ooit een bod van €45 miljoen afsloeg en niet veel later failliet ging. ‘Toen had ik niet zo’n goede CFO naast me.’

Henry Ford en Stradivarius

Daarna is hij een groot deel van zijn tijd gaan wijden aan het interviewen van leiders als Unilever-baas Hein Schumacher en Jumbo-man Frits van Eerd (‘één van de meest integere leiders ooit’). Daarnaast verdiepte hij zich in wetenschappelijke studies. ‘In het begin ga je op zoek naar het geheim van succes.’ Uit al dit materiaal destilleert Bartels twee typen ondernemers: exemplaren met de Henry Ford-mentaliteit en ondernemers met de Stradivarius-mentaliteit. De eerste groep is gericht op omzet en winst draaien. ‘Vraag je een CEO naar hun strategie dan beginnen ze over closing the gap. Dat gaat dan om het gat met de concurrent dichten. Producten en mensen zijn een middel.’ 

‘Als je waarde levert voor de klant volgt het geld vanzelf.’

Vioolmaker Stradivarius wilde daarentegen de beste viool bouwen zodat de mooiste muziek gespeeld kon worden. ‘Winst of omzet was geen doel. Als je waarde levert voor de klant volgt het geld vanzelf.’ Apple is in de ogen van Bartels een bedrijf dat goed bij deze mentaliteit, terwijl veel andere partijen een onzinnige purpose formuleren. ‘Neem Rabobank: dat zegt: growing a better world together. What the fuck. ‘Alsof er een bedrijf te vinden is dat een slechtere wereld nastreeft?’ In de optiek van Bartels moet een bedrijf diep in zijn eigen DNA duiken en teruggaan naar de doelen van de oprichters. 

Veranderende realiteit

Tot slot geeft hij een welgemeend advies mee aan de leiders in de zaal. ‘Het denken en werken verandert, dat is de realiteit. Klanten veranderen ook, maar dat snapt niemand.’ Bartels, die het publiek inmiddels een stuk langer bezighoudt dan de geplande 25 minuten, weet gelukkig wel wat de aanwezigen moeten doen. ‘Meeveranderen en dan niet op een autoritaire manier. Bij substantiële veranderingen moet je een groep mensen verantwoordelijk maken. Verandering kan niet met een dictator’ 

Na de inleidende beschietingen van Bartels was het tijd voor de rondetafelsessies. De aanwezigen gingen uiteen om in een van de zes deftige zalen van Mariënhof de diepte in te gaan. Managing director Robert de Gier nam een groepje mee in het verhaal over de cyberaanval op Iddink Group. Hoe ga je om met zo’n crisis? Betaal je losgeld? Hoe bewaak je continuïteit? In een tweede sessie ging CFO Frank Peters van het Brabantse metaalbedrijf MCB in op de keuze de organisatie maakt in een krimpende markt? Na zijn inleiding gingen de deelnemers in gesprek over de toekomst van de Nederlandse industrie. 

Ondernemer Rachelle van der Linden nodigde CFO’s uit om in een interactieve sessie na te denken over vernieuwing binnen hun organisatie door “kleur te bekennen”. Maarten Blacquiere, CFRO bij APG, ging in op de pensioendiscussie en de invloeden van macro-economische ontwikkelingen op het APG-beleid. In de lounge nam EBN CFO Thijs van de Vooren toehoorders mee in de uitdagingen die zijn organisatie kent door de energietransitie. Hij vertelde op welke factoren hij wel en geen invloed heeft. Tot slot was er een workshop waarin een groep CFO’s een spreekwoordelijke bom moesten ontmantelen. Een deelnemer verklapt dat de bom niet elke keer werd ontmanteld, maar de schade bleek leerzaam.  

Onderwijsellende

Na anderhalf uur stevige inspanning kon er onder het genot van bubbels gebabbeld worden. Alvorens men aan het walking dinner, met onder meer diamanthaas, dorade en pastrami van biet kon, was er een afsluitend optreden van leraar, leraaropleider en onderwijskundige Ton van Haperen.

En die had een weinig opbeurende boodschap voor de zaal. Het gaat slecht met het Nederlandse onderwijs. ‘Dat is maatschappelijk onaanvaardbaar, want het leidt tot minder sociale cohesie en welvaartsverlies.’ Enkele van de problemen: in twintig jaar is het aantal slecht lezende vijftienjarigen van 10 naar 33 procent gegroeid, het totale aandeel slechte lezers onder de bevolking is 12 procent en een kwart van de jongeren weet weinig tot niets van de Holocaust. 

Een van de problemen is de instroom van kwalitatief goede leraren. Er zijn weinig academisch geschoolde docenten. ‘Ik grap wel eens dat we steeds meer jeugdwerkers in plaats van kenniswerkers zijn.’ Door deze ontwikkeling laten volgens Van Haperen talent liggen. ‘Toptalent vindt zijn weg wel, maar veel anderen zouden verder kunnen komen dan ze nu komen.’ 

Genoeg arbeidskracht

Een gebrek aan arbeidskracht is, zoals vaak wordt gesteld, niet de kern van het probleem. ‘We hebben 200.000 fte tegenover 2 miljoen kinderen. Maar elke dag vallen klassen uit en er zijn basisscholen die op vrijdag dicht gaan. Dat komt omdat docenten met andere dingen bezig zijn dan lesgeven.’ Een ander euvel is volgens de docent een ‘grote goeroe gevoeligheid’ . Als voorbeeld noemt hij scholen naar het voorbeeld van de Zweedse Kunskapsskolan. Zo’n concept is gewoon handel, na drie jaar stapt iedereen van zo’n methode af.’

Van Haperen is nog niet klaar met duiden van de problemen. ‘Buitenlandse leraren zijn altijd verbaasd als ze hier komen. Iedereen kletst maar door de les heen. Alles moet maar gezellig en leuk zijn. Terwijl je alleen verder komt met offers en inspanningen. Om te leren moet je je kunnen focussen.’ Een CFO wil weten of het concentratiegebrek niet te wijten is aan de smartphone.’Nog zoiets: veel scholen hebben een debat over telefoongebruik. Sommige stellen dat er grenzen gesteld moeten worden of dat je moet leren omgaan met het toestel. Het is simpel. Geen telefoons in de klas, dat is ook omgaan met grenzen.’ 

Volgens Van Haperen zijn er twee opties. Het proces van creatieve destructie zoals bedacht door econoom Joseph Schumpeter. ‘Maar in het onderwijs is er geen creatieve destructie, dus dan moet je helemaal opnieuw beginnen.’ De onderwijskundige drukt de aanwezigen op het hart om zich te laten horen. ‘Oefen druk uit, het bedrijfsleven mag dit niet accepteren.’ Nadat Van Haperen vragen beantwoordde over lesmethodes en de rol van de onderwijsinspectie konden de CFO’s met deze hardvochtige lessen richting het walking dinner voor een vrolijk uiteinde van de dag. 

We kijken nu alweer uit naar de volgende CFO Top. We verwelkomen iedereen heel graag weer op 15 april op The Duke in Nistelrode.