Vriendelijk vuur en champagne tijdens eerste Commissarissen Top.

Na een half jaar voorbereiding was het op dinsdag 6 juli zo ver, de eerste editie van de Commissarissen Top. In de gesprekken die gevoerd werden in opmaat naar het evenement, bleek een thema breed te leven onder toezichthouders. De veranderende rol van de commissaris. Hij wordt steeds zichtbaarder naar de buitenwereld. Deze ontwikkeling werd samengebald in het thema ‘In the line of fire’. 

Maar voordat het vriendelijke vragenvuur in rondetafelsessies werd geopend was er eerst een gelegenheid om bij te praten in de sfeervolle ontvangstruimte van The Duke in Nistelrode. Met ruim 100 aanwezigen, die allemaal bij de ingang een groen coronavinkje moesten voorleggen, was dit voor velen het grootste evenement in anderhalf jaar tijd. Na ruim een uur over het weer, de coronatoestand en meer zakelijke onderwerpen te hebben gesproken verdeelde de groep zich over zes ronde tafels. 

Rondetafelsessies

In de ronde tafel discussie in de grote zaal vertelde Pieter Haas, voorzitter van de RvC van Hema, openhartig over de situatie bij Hema. Hoe verandert de rol van commissarissen als het bedrijf van private equity in familiehanden gaat? Hoe stuur je als commissaris het bedrijf in rustiger vaarwater na een turbulente periode? Daarnaast legde Haas uit wat zijn rol als ‘’active chairman’’ inhoudt. Een voorzitter die naast voorzitter ook operationeel betrokken is een aantal dagen per week en zo de CEO bijstaat. In andere landen niet zo ongewoon, maar in Nederland met zijn two tier boards wel.

Een ander thema dat raakt aan de vuurlinie: bestuurdersaansprakelijkheid. Hierover ging een sessie die werd ingeleid door Theo Koekkoek, voorzitter van de RvC van Vion. Een van de cruciale vragen die hier op tafel kwam. Wat durf je als commissaris? De conclusie luidde dat er juridisch weinig te duchten is als commissaris, maar dat het vooral op lef aankomt. Een belangrijke conclusie in alle gevallen, zo vertelt een deelnemer. ‘Je moet een team smeden als commissarissen, betrokken zijn bij het bestuur, maar zuiver in je toezichthoudende rol en uiteraard de juiste vragen blijven stellen.’ 

Buitenkant paal
Onder de auspiciën van Ton van Veen, commissaris bij PSV en Jumbo-Visma, werd gesproken over toezichthouderschap in de sportwereld. Een commissaris van een kleinere profclub vertelt dat de problemen die bij hen spelen eigenlijk dezelfde zijn als bij grote clubs. Zo worden transfers boven een bepaald bedrag standaard aan de RvC voorgelegd. ‘Maar het is de vraag of je als RvC iets kunt. Je moet niet op de stoel van mensen met voetbalkennis gaan zitten. Het enige wat je kunt doen is zorgen dat het proces netjes verloopt en de afwegingen zuiver worden gemaakt.’ Bovendien worden transfers vaak in een rap tempo gesloten. Een ander discussiepunt: wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen het bedrijfsleven en profclubs. Een onmiskenbaar verschil. Bij voetbalclubs kun je direct onder vuur worden genomen door supporters, terwijl klanten bij ‘gewone’ bedrijven doorgaans terughoudender zijn. En het verschil tussen succes of falen is soms slechts een bal op de buitenkant van de paal. 

Een zaaldeur verder gaf Joop Saan, ondernemer en toezichthouder bij Artis, een inkijk in de uitdagende tijden die de dierentuin het afgelopen jaar heeft gehad. Door corona hebben wij alle investeringen moeten uitstellen waaronder het nieuwe leeuwenverblijf. Wij hadden wel een nieuwe plek voor de leeuwen gevonden in een Franse dierentuin ondanks een overschot van Afrikaanse leeuwen in Europa. Gelukkig hoefde Artis dankzij een gulle gever het dier niet te verschepen. Saan verhaalde ook over het proces waarmee de jonge directeur Rembrandt Sutorius werd binnengehaald. Sutorius had als jongen een droom om ooit directeur van Artis te worden, maar belandde uiteindelijk bij McKinsey. “Maar ik was direct enthousiast over hem’, vertelt Saan, die vervolgens poogde dat enthousiasme over te brengen op andere RvT-leden. 

In nog een andere ronde tafel discussie vertelde multi-commissaris Sipko Schat wat hij verstond onder toezichthouder ‘’in the Line of Fire’’ zijn en deelde kennis en ervaring over commissaris zijn bij bedrijven die onder vuur liggen. Besproken werden onder meer de cultuur van een onderneming, team dynamiek binnen directies en raden van commissaris, de belangrijke rol van de voorzitter en rolvastheid voor bestuurders en commissarissen. Ook hier kwam de toegenomen aansprakelijkheid en betrokkenheid van de commissaris ter sprake. En wisselde meer ervaren commissarissen ervaring en kennis met minder ervaren commissarissen over hoe goed je ‘’due diligence’’ te doen alvorens een commissariaat te aanvaarden.

Jimmy Nelson
Na de rondetafelsessies werd er het glas geheven op het zakelijke weerzien na maandenlang van digitale kopjes koffie. Voordat het gezelschap op een exquise vijfgangendiner werd getrakteerd was het podium voor Jimmy Nelson. De Neder-Britse fotograaf die furore maakte met het boek ‘Before they pass away’, waarin hij bijzondere stammen heeft vastgelegd. Nelson nam de toehoorders mee naar zijn moeizame jeugd die hij doorbracht op een kostschool. Op zijn zestiende kreeg hij verkeerde antibiotica tegen malaria waardoor hij kampte met haaruitval. ‘Ik had het gevoel dat mijn uiterlijk eindelijk matchte met het innerlijk’, vertelt hij over die moeilijke tijd. 

Hij wilde bij mensen zijn die er net zo uitzagen als hij. Uit een strip van Kuifje leerde hij dat hij in Tibet moest zijn. In het Orwelliaanse jaar 1984 trok hij op 17-jarige leeftijd naar Tibet om zich op te sluiten bij monniken. In het Aziatische land voelde hij zich voor het eerst geliefd en onderdeel van een groep. Met zijn camera maakte hij van alle mensen in zijn omgeving een foto. ‘En dat ben ik tot op de dag van vandaag blijven doen.’ 

Letterlijk in de vuurlinie
Succes als fotograaf bleef echter lange tijd uit. ‘Acht jaar geleden was ik niemand. Als je mijn googelde kwam je uit bij een Canadese honkballer.’ Inmiddels hebben zijn foto’s hem uit penibele situaties gered, zo vertelt hij. Nelson werd enkele jaren geleden overgehaald om in Zuid-Soedan een fotoserie te schieten over de Mundari. Een lokaal contact beloofde hem veilig door het oorlogsgebied te loodsen, waar bovendien net een wapenstilstand was gesloten. 

Eenmaal toerend door het Afrikaanse land werd zijn gastheer in de auto zeer nerveus. Hij had een verkeerde afslag genomen waardoor ze in onveilig gebied kwamen. Enkele tieners met Kalasjnikovs dwongen hen tot uitstappen. Nelson dacht dat zijn laatste uur had geslagen. Zijn stoere gids barstte in tranen uit. De fotograaf realiseerde zich op een zeker moment dat ze werden bedreigd door kindsoldaten uit andere gebieden. Ze raakten via de gids in gesprek en de vraag ontstond waarom Nelson in godsnaam in Zuid-Soedan was. Hierop pakte hij zijn fotoboek. Terwijl ze er doorheen bladerden herkende een van de jongens een bekende. Er ontstond een vriendschappelijke sfeer. De jongens reden mee richting de Mundari en beschermden vanaf toen Nelson en zijn gezelschap. Na dit indrukwekkende verhaal toonde Nelson in een film enkele hoogtepunten uit zijn werk waardoor de aanwezigen enigszins verlicht naar het diner konden. Daar werd onder het genot van een wijntje en een heerlijk vijfgangendiner nagepraat over een geslaagd evenement.

 

Wij kijken enorm uit naar de komende periode waarin we in kleine groepen bijeenkomen tijdens huiskamersessies op het Prins Hendriksoord en uiteraard staat de volgende Commissarissen Top op 10 november in de agenda. De komende periode gaan we samen met de commissarissen het programma van dit event neerzetten, aldus organisator Stefanie Grimbergen.